
Spreekwoorden: (1914)
Aan (of op) het vinketouw) zittend.i. ongeduldig en gespannen zitten wachten om iets te kunnen doen, zijn slag te kunnen slaan; eig. aan de treklijn zitten, waardoor de deuren van het vinkennet worden dichtgeslagen (zie Chomel II, 1252). Vgl. De Amsterdammer, 18 Oct. 1914 p. 2: Daarom mijne heeren, ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Aan (of op) het vinketouw) zittend.i. ongeduldig en gespannen zitten wachten om iets te kunnen doen, zijn slag te kunnen slaan; eig. aan de treklijn zitten, waardoor de deuren van het vinkennet worden dichtgeslagen (zie Chomel II, 1252). Vgl. De Amsterdammer, 18 Oct. 1914 p. 2: Daarom mijne heeren, ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.